grens tussen woorddelen

plaats waar twee woorddelen elkaar raken in een samenstelling* of afleiding*. Voorbeeld: de plaats tussen de n en de d in keukendeur, tussen de n en de h in schoonheid. Op de grens tussen woorddelen horen we in een samenstelling soms een tussenklank*. Voorbeeld: tussen station en gebouw horen we een s in stationsgebouw.