14. Bezitsvorm van zelfstandige naamwoorden
Een bezitsvorm of genitief* maken we doorgaans door een s toe te voegen aan een zelfstandig naamwoord. Dat kunnen we doen bij bepaalde soortnamen die naar personen verwijzen (mijn broers fiets) en bij eigennamen (Annie M.G. Schmidts verhalenbundel).
|
moeders kennis |
||
|
oma's huis |
||
|
Agnes' overtuiging |
regel 14.A
We schrijven de bezits-s vast aan het grondwoord*, tenzij dat eindigt op een lange klinker of een sisklank.
- moeders kennis
- Boons cursiefjes
- tantes beroep
- Miekes speelgoed
- Sarahs paarden
regel 14.B
Als het grondwoord eindigt op een lange klinker die we met één letterteken zonder accent* schrijven, gebruiken we een apostrof.
- oma's huis
- Antigone's claim
- Rossini's huis
- Romeo's verdriet
Dus geen apostrof in:
- Aimés trots
- Manous verjaardagsfeest
- Guinees havensteden
- Stafleus catalogus
- Disneys film
regel 14.C
Als het grondwoord eindigt op een sisklank, schrijven we alleen een apostrof.
- Agnes' overtuiging
- Joyce' laatste roman
- Marx' theorie
- Márquez' autobiografie
Ook als het grondwoord eindigt op een s die niet wordt uitgesproken, passen we de uitzonderingsregel toe. De /s/ is immers wel te horen in de bezitsvorm.
- Alexandre Dumas' meesterwerk
- Carpentras' bevolking
Maar als het grondwoord eindigt op een z of een x die niet wordt uitgesproken, dan hechten we de bezits-s vast aan het grondwoord.
- Deprezs argumenten
- Debrouxs schuldenlast
- Bordeauxs omgeving