1. Beginselen van de Nederlandse spelling

1.1 Beginsel van de standaarduitspraak

We spellen een woord met de klanken die we horen in de standaarduitspraak van dat woord.

Met standaarduitspraak wordt bedoeld: een uitspraak die niet gekleurd is door de woonplaats, leeftijd of andere kenmerken van een bepaalde spreker. We spellen dus niet srijfer of schraaiver, maar schrijver. In gevallen waarin de standaarduitspraak varieert, bijvoorbeeld in Vlaanderen en Nederland, kiest de officiële spelling meestal een vorm die beide varianten dekt. We schrijven daarom niet oto, maar auto.