2.5 Ie of i?
We schrijven de lange /ie/ meestal als ie:
- in een gesloten lettergreep*: fiets, niet, advies, plezier, lief, actief;
- aan het einde van een woord: olie, hatsjie, kwestie, positie, die, neurie, industrie, bacterie;
- in een beklemtoonde open lettergreep die niet aan het eind van een woord komt: gierig, gieten, spiegel.
We schrijven de lange /ie/ meestal als i:
- in een onbeklemtoonde open lettergreep die niet aan het eind van een woord komt: figuur, gitaar, libel, miauw, riool;
- in het achtervoegsel* -isch: Russisch, romantisch;
- in veel uitheemse woorden*: taxi, piramide, broccoli, ski, souvenir, bikini, alibi.
Er zijn veel uitzonderingen op deze vuistregels. Zo schrijven we gieter, maar ook liter, en jullie maar ook juli. De Woordenlijst geeft uitsluitsel.
→ trema bij oliën of knieën: 7.4