17. Afkortingen, symbolen, letterwoorden, initiaalwoorden, verkortingen

17.3 initiaalwoorden en letterwoorden

Een initiaalwoord of een letterwoord wordt gevormd door de eerste letters van een naam of een andere woordgroep en gedraagt zich in de zin als een woord. Als we het voorlezen, spreken we de korte vorm uit, niet de gehele naam of woordgroep waar het voor staat. Sommige van deze woorden lezen we als een stel letternamen (bijvoorbeeld pc: /peesee/ personal computer). Dan spreken we van een initiaalwoord. Als we het geheel als een woord lezen (bijvoorbeeld havo: /haavoo/ hoger algemeen voortgezet onderwijs), spreken we van een letterwoord.

regel 17.C

Een initiaalwoord of letterwoord schrijven we zonder punten. We nemen de hoofdletters van de afgekorte woorden over. Als een organisatie zelf een schrijfwijze hanteert die afwijkt van deze regel, dan volgen we het donorprincipe* en respecteren we die schrijfwijze.

initiaalwoorden

letterwoorden

→ samenstelling met initiaalwoord of letterwoord: 6.3

→ afleiding van initiaalwoord met apostrof: 6.4

→ apostrof voor verkleinwoorden: 15.4

(a) opmerkingen in verband met het gebruik van punten

(1) In of achter initiaalwoorden die oorspronkelijk werden uitgesproken als de woorden waar ze voor staan (en dus afkortingen waren), maar waarbij een letter-voor-letteruitspraak gewoon is geworden, schrijven we nog wel de punten.

(2) In initiaalwoorden die ten onrechte als een bestaand woord kunnen worden gelezen, schrijven we punten, tenzij binnen de gegeven context geen twijfel bestaat over de betekenis.

In contexten waarin de betekenis van het initiaalwoord bekend is, mogen de punten verdwijnen. Men schrijft dan aso, bot, mok.

(b) opmerkingen in verband met het gebruik van hoofdletters

(1) Een initiaalwoord of letterwoord dat we ontlenen aan een andere taal, behoudt zijn spelling zolang we het als vreemdtalig aanvoelen.

(2) Naarmate een letterwoord of initiaalwoord ingeburgerd raakt, verdwijnen de hoofdletters. Een letterwoord wordt daarna zonder koppelteken of apostrof opgenomen in een samenstelling* of afleiding*. Een letterwoord met een of meer hoofdletters behoudt het koppelteken en de apostrof. Dat geldt ook voor initiaalwoorden.

(3) De afgekorte namen van wetten, besluiten of overheidsplannen schrijven we met hoofdletters, ook als de uitgeschreven vorm geen hoofdletters bevat.

Als een andere schrijfwijze ingeburgerd is, bijvoorbeeld onder ambtenaren, dan geldt het donorprincipe*.

(4) De afgekorte namen van ziekten schrijven we met hoofdletters. Alleen woorden die tot het dagelijkse taalgebruik zijn doorgedrongen, schrijven we met kleine letters.

Tot het gewone taalgebruik behoren onder meer:

(5) Als het donorprincipe niet speelt, dan hangt het gebruik van hoofdletters bij letterwoorden die een eigennaam* aanduiden, af van de lengte.

- een letterwoord van drie letters of minder wordt volledig met hoofdletters geschreven

- een letterwoord van vier letters wordt volledig met hoofdletters geschreven als het gaat om een (openbare) instelling, een vereniging, een politieke partij

- in alle andere gevallen gebruiken we alleen een hoofdletter aan het begin van het letterwoord