16.7 hoofdletter uit respect
(a) aanhef, aanspreking en adres
regel 16.Q
(1) In een brief gebruiken we kleine letters als we iemand aanspreken, behalve aan het begin van een zin of een tekstregel. Ook de voornaamwoorden u en uw hebben een kleine letter.
(2) Om bijzonder respect uit te drukken, kan een hoofdletter worden gebruikt.
(1) gewone aanspreking
- Geachte lezer,
- Zeer geachte mevrouw Schmidt,
- Mijnheer de voorzitter,
- De heer S. Streuvels, Lijsternest, Ingooigem
- Wilt u zo vriendelijk zijn hieronder uw handtekening te plaatsen?
(2) met bijzonder respect
- Heilige Vader (aanspreking van de paus)
- Majesteit (aanspreking van een vorst)
(b) titels en functiebenamingen
regel 16.R
Een titel of functiebenaming, al dan niet gevolgd door een naam, schrijven we met een kleine letter.
- De minister-president en de overige ministers worden bij koninklijk besluit benoemd en ontslagen.
- De minister van Binnenlandse Zaken heeft de brandweerlui gefeliciteerd.
- Wij wachten nog op minister Pelemans.
- prof. dr. J. Gobelijn
- ds. Gremdaat
- prinses Juliana
- paus Gregorius X
(c) religieuze begrippen
regel 16.S
Een naam voor een heilig persoon of een heilig begrip schrijven we met een hoofdletter.
Deze regel heeft betrekking op namen voor God of een godheid, op voornaamwoorden die naar de godheid verwijzen, en op namen voor andere heilige begrippen waarvoor men respect of ontzag wil uitdrukken. Samenstellingen* met deze woorden behouden de hoofdletter, maar afleidingen* schrijven we met een kleine letter. Als een dergelijk woord niet (meer) naar een heilig persoon of begrip verwijst, verliest het de hoofdletter.
- God
- Jahweh
- Allah
- de Heilige Maagd (maar: de heilige Thomas)
- Uw Koninkrijk
- een Venusbeeld
- goddelijk
- messiaans
- een christusdoorn
- een sint-bernardshond
→ benamingen van stromingen en overtuigingen: 16.5
→ heilige boeken: 16.6