16. Hoofdletters of kleine letters?

16.3 Benamingen van plaatsen, windstreken, talen, volkeren

(a) aardrijkskundige namen

regel 16.E

Een aardrijkskundige naam schrijven we met een hoofdletter.

Deze regel geldt voor plaatsen, streken, landen, maar ook bijvoorbeeld voor bergen, rivieren, woestijnen, hemellichamen.

Amsterdam

Antarctica

de Verenigde Staten

het Andesgebergte

de Schelde

de Sahara

de Poolster

In niet-wetenschappelijke teksten schrijven we: de aarde, de maan, de zon.

regel 16.F

Samenstellingen* en afleidingen* op basis van een aardrijkskundige naam behouden de hoofdletter.

Leidseplein

Nederlandkunde

de Scheldeoevers

Nederlands

Belgisch

een Gentenaar

Zuid-Afrikaans

een Zuid-Afrikaan

een New Yorker

→ verzwakte betekenis van aardrijkskundige naam: regel 16.H

regel 16.G

(1) De naam van een windstreek schrijven we met een kleine letter.

(2) Als we er een geografisch, economisch of politiek gebied mee bedoelen, krijgt het woord een hoofdletter, maar dat geldt niet voor de afgeleide vorm.

(3) Ook als de naam van een windstreek deel is van een aardrijkskundige naam, krijgt het woord een hoofdletter.

(1) windstreek

het noorden

het zuiden van Frankrijk

(2) gebied

het Zuiden vraagt meer ontwikkelingshulp van het Westen

de oosterse filosofie

(3) in aardrijkskundige naam

Zuid-Afrika

Zuidwest-Vlaanderen (het zuidwesten van Vlaanderen)

Zuid-West-Vlaanderen (het zuiden van de provincie West-Vlaanderen)

Noordwest-Friesland (het noordwesten van de provincie Friesland)

Noord-West-Friesland (het noorden van de streek West-Friesland)

regel 16.H

Soms denken we bij de soortnaam van een zaak niet meer aan de plaats van herkomst, maar aan de kenmerken van de zaak. Dan vervalt de hoofdletter.

een fles bordeaux

driehonderd gram parmaham

We schrijven dus een plakje edammer, maar een plakje Edammer kaas. Alleen in het tweede geval wordt verwezen naar de plaats.

De regel geldt ook voor sommige andere samenstellingen en afleidingen.

een marsmannetje

moezelwijn

nijlkrokodil

neerlandistiek

balkaniseren

een belgicisme

bourgondisch leven

(b) talen en dialecten en daarmee verbonden culturen

regel 16.I

(1) De naam van een taal of dialect wordt met een hoofdletter geschreven.

(2) Samenstellingen* en afleidingen* behouden de hoofdletter, maar werkwoorden en daarvan afgeleide zelfstandige naamwoorden schrijven we met een kleine letter.

(1) namen van talen en dialecten

het Nederlands

het Fries

het Noordwijkerhouts

het Standaardnederlands

We gebruiken de koppeltekens of spaties die ook voorkomen in de aardrijkskundige naam waarvan de taalnaam is afgeleid.

het West-Vlaams

het New Yorks

We gebruiken een koppelteken en twee of meer hoofdletters in de naam van een taal die is samengesteld met afgeleide aardrijkskundige namen.

het Belgisch-Nederlands

het Indo-Europees

Na een element als Standaard-, Middel-, Oud-, Nieuw-, Hoog- en Plat- vervalt de hoofdletter in de taalnaam. We gebruiken geen koppelteken, behalve als het element dat volgt ook al een koppelteken of een spatie heeft.

het Standaardnederlands

het Middelnederlands

het Nieuwgrieks

het Hoogduits

het Oud-West-Vlaams

het Plat-New Yorks

Een woord dat op een subjectieve manier een taal noemt, schrijven we met een kleine letter.

steenkolenengels

schoolfrans

→ samengestelde aardrijkskundige naam: 6.3

(2) verbogen vormen, samenstellingen en afleidingen met namen van talen en culturen

Duitse romans

Middelnederlandse poëzie

Nederlandstalige kranten

Franssprekende toeristen

on-Nederlands

oer-Engels

Werkwoorden gevormd met een taalnaam en zelfstandige naamwoorden die van zulke werkwoorden zijn afgeleid, schrijven we met een kleine letter:

vernederlandsen

verfransing

De spelling van de taalnaam Oudfries schrijven we volgens de regels aaneen, met één hoofdletter. Omdat die regel niet geldt als we de cultuur of geschiedenis bedoelen, schrijven we bijvoorbeeld over een oud-Friese sport.

(c) volkeren

regel 16.J

(1) De naam voor een bevolkingsgroep of een lid daarvan schrijven we met een hoofdletter als hij is afgeleid van een aardrijkskundige naam of als het om een specifiek volk gaat.

(2) Een overkoepelende term voor etnische groepen schrijven we met een kleine letter.

(3) Als de benaming gebaseerd is op een (geloofs)overtuiging, schrijven we geen hoofdletter.

(1) afgeleid van aardrijkskundige naam of specifiek volk

de West-Vlamingen

een Groningse

een Kortrijkzaan

een Palestijn

een Afro-Surinaamse

een Hun

de Kelten

een Eskimo

(2) overkoepelende term voor etnische groepen

een indiaanse

een zigeuner

een bedoeïen

een mulattin

(3) gebaseerd op een (geloofs)overtuiging

een protestant

een islamiet

Hetzelfde geldt voor andere afleidingen, bijvoorbeeld bijvoeglijke naamwoorden.

Koerdisch

Nederlands

indiaans

islamitisch

Opmerkingen:

(1) Ook als de benaming van een groep gebaseerd is op de naam van een godsdienst, kunnen we een hoofdletter gebruiken. Die drukt uit dat we een etnische of politieke groep (al dan niet gelovige mensen) bedoelen. Zo schrijven we de dialoog tussen christenen en joden, maar de gesprekken tussen Joden en Palestijnen.

(2) Spotnamen voor leden van een bevolkingsgroep hebben geen hoofdletter.

spanjool

mof

kaaskop

spaghettivreter

In samenstellingen behouden we de hoofdletters of kleine letters.

een Vlamingenhater

protestantentaal