11.7 gebiedende wijs
regel 11.D
De gebiedende wijs wordt uitgedrukt door de stam van het werkwoord.
- Kom hier.
- Ga weg.
- Wees niet bang.
- Word niet boos.
- Had dan gezwegen.
- Wend u tot de conciërge.
De meervoudsvorm stam+t komt nog weinig voor. We vinden deze vorm:
- in formele en oudere vormen van het Nederlands: Neemt en eet, dit is Mijn Lichaam; proletariërs aller landen, verenigt u;
- in enkele vaste verbindingen: bezint eer gij begint.
Als we het onderwerp van de gebiedende wijs willen uitdrukken, gebruiken we de onvoltooid tegenwoordige tijd.
- Word jij maar niet boos.
- Houdt u goed afstand.
- Wendt u zich tot de conciërge.
- Komen jullie maar even mee.
→ vervoeging van Engelse werkwoorden: 12.2