6. Los, aaneen of met een koppelteken?
|
||
academisch ziekenhuis |
||
tuinstoel, onaf |
||
pianiste-componiste |
||
Aarle-Rixtel |
||
zwart-Amerikaans |
||
80-jarige |
||
tv-kijker, kleuren-tv |
||
niet-rookster |
||
sms'en |
||
kruidje-roer-mij-niet |
||
doe-het-zelfzaak |
||
langeafstandsloper, a-capellakoor, Middellandse Zeegebied, Karel I-sigaar |
||
honderdenzes miljoen |
vuistregel 6.A
Een woordgroep* schrijven we los.
Een samenstelling* of afleiding* schrijven we aaneen.
In enkele bijzondere gevallen schrijven we een samenstelling of woordgroep met een koppelteken.
Voor het aaneenschrijven van een samenstelling of afleiding moeten we bijzondere regels in acht nemen in het geval van klinkerbotsing*. We gebruiken dan een koppelteken of een trema.
→ klinkerbotsing: 7.1 tot 7.5